En toen werd alles anders…
Het gaat ‘m niet worden. Alles valt in duigen. Op deze manier gaat het niet lukken. De stress slaat toe. Wat nu? Want we moeten straks wel ons huis uit, het is immers verkocht.
Wat er aan de hand is? De eerste doorrekening van het ontwerp is binnen. En we zijn zeer zwaar over budget gegaan. Dat krijg je met zo’n ontwerptraject. Ondanks dat je van te voren met de ontwerper praat over het geld dat je beschikbaar hebt. Je bent lekker creatief met elkaar aan de gang. Er komen allerlei ideeën langs die uiteráárd ook in de tekening meegenomen kunnen worden. En als je dan aan het eind de optelsom maakt…
We hebben er een paar nachten flink over wakker gelegen. En natuurlijk kwam de neiging langs om een zondebok te zoeken. Had die ontwerper niet beter op moeten letten? We waren toch duidelijk geweest over het budget? Hadden we zelf niet veel realistischer moeten zijn?
Maar de schuldvraag stellen is eigenlijk gewoon energie verspillen. En die energie kunnen we veel beter besteden. Want de deadlines blijven keihard: we moeten simpelweg ons huis uit eind juli, en we hebben al een woonunit gekocht. Dus we hebben het kavel nodig. Daarvoor moeten we financiering hebben. Daarvoor moet de omgevingsvergunning aangevraagd zijn. En daarvoor moet het ontwerp klaar zijn.
Kop d’r veur, zoals ze in Groningen zeggen. En terug naar de basis.
Wat vinden we het belangrijkst? De ruimte om ons heen, een lekker groot kavel voor een voedselbos. Dus we gaan geen kleiner kavel kopen om meer budget voor het huis te hebben. Het hof-ontwerp blijft ook overeind. Van daaruit komen we bij de compromissen: de slaapkamers toch naar boven; een studeer/logeerkamer minder. Het groene dak sneuvelt, de heuvel waarmee het huis in de omgeving opgaat laten we met spijt in het hart gaan.
We gaan zelf aan het schetsen aan een ander soort huis, simpeler, traditioneler. En de moed zakt ons in de schoenen: er komt een vreselijk standaard ogend rijtjeshuis-zonder-buren uit. Een blokkendoos. Het helpt ook niet dat we niet superhandig zijn met het programma, waardoor er gekke muren uit het dak steken.
Nog een slapeloze nacht later spreken we met de ontwerper door wat er echt belangrijk is. En dat we het even niet meer weten. ‘ Wacht,’ zegt hij, ‘volgens mij bedoelen jullie zoiets.’ En er komt een plaatje tevoorschijn van een prima huis dat hij eerder ontworpen heeft. Niet zo bijzonder als ons aanvankelijke ontwerp, maar ook geen blokkendoos.
We spreken het door, we passen het aan. Gaandeweg wakkeren we de smeulende restjes van het vuur weer aan.