Concept beplantingsplan voor het voedselbos
Deze week bespraken we het eerste concept beplantingsplan voor het voedselbos van de Lievingerhof. We hebben Martijn (a.k.a. De Voedselboss) in de arm genomen om te kiezen welke soorten en varianten bij ons geschikt zijn. Het water liep ons in de mond bij alle verschillende soorten bessen, noten en eetbare planten!
Rondom de Lievingerhof komt een heg die volstaat met duindoorn, olijfwilg, lijsterbes (jaja, een eetbare!), vlier, hazelaar, kruisbessen, pimpernoot, meidoorn (die bestaan dus óók eetbaar!), krenten…noem maar op. Binnen in de tuin komen tal van bomen. Appels, peren (ook bijzondere Aziatische soorten!), kersen, tamme kastanjes, en zelfs unieke hybrides van een lijsterbes met een pruim (nooit geweten dat die ‘het’ met elkaar konden doen, maar ze blijken een gemeenschappelijke voorouder te hebben waardoor ze kunnen kruisbestuiven).
Martijn kan ontzettend veel, maar zoals hij zelf als eerste zal beamen: hij is géén tuinontwerper. Ons perceel van 2500m2 zit voor hem aan de ondergrens van de voedselbossen die hij ontwerpt. Daarom zijn we zelf (en met hulp van vrienden) nog druk aan het nadenken over zichtlijnen, waterstromen, leuke zitjes, dat soort dingen.
Want bij een voedsel’bos’ moet je je (zeker in ons geval) geen woud met bomen tot in de hemel voorstellen. ‘Voedselsteppe’ zou een betere term zijn. Of in ons geval: een eetbare tuin. De bomen die hier komen te staan krijgen allemaal best de ruimte, dus het blijft vrij open. Bovendien zijn het vaak dwergvarianten: alleen de noten (die de boel vanzelf laten vallen) mogen zo’n 7 meter hoog worden. Fruitbomen (waar je toch echt met een laddertje bij moet kunnen) 2,5-4 meter.
Het einddoel is een fijne tuin waar je snackend doorheen wandelt als je trek krijgt. Hier een noot, daar een bes, eetbare bladeren en bloemen. Met natuurlijk een moestuin voor de éénjarigen zoals aardappels, sla, bonen, wortels en bieten. En een kas om al vroeg te beginnen met voorzaaien, en voor het overwinteren van kwetsbare boompjes zoals citroenen. Neem eind van de middag een mand mee voor je tuinwandeling en je hebt je avondeten bij elkaar.
Voordat het zo ver is, moet er nog heel wat water door de Beilerstroom. De meeste bouwmaterialen hebben we inmiddels opgeruimd, dan nog de opslagcontainer leeg en weg, en een graafmachinist inhuren om de grond los te maken, sloten te graven, etc. Het idee is dat we géén grond of houtsnippers of compost laten aanrukken, maar de bodem de tijd geven om zichzelf te herstellen en te verrijken. In de natuur doet een bos het immers ook zelf!