Aansluiting zoeken
Onze eerste weken in het Tussenhuisje is het aansluiting zoeken. Aansluiting op ons nieuwe leven in Beilen, aansluiting bij de mensen op school, aansluiting bij onze toekomstige buren.
Deze week kwam al die aansluiting in een flinke stroomversnelling: dochter W begon aan haar eerste schooldag op haar nieuwe school in Beilen; en we kregen eindelijk stroom en water! Na bijna drie weken improviseren met Een dixi, jerrycans en powerbanks, keken we hier reikhalzend naar uit.
Het heeft nogal wat voeten in de aarde om aangesloten te worden op water en licht. Omdat we een tijdelijke woning hebben, zitten we op ‘bouwaansluitingen’. Dus een tijdelijke meterkast en een tijdelijke watermeterput. Die moesten we op precies de goede plaats ingraven ten opzichte van de meterkast van ons nieuwe huis straks. Maar doordat de omgevingsvergunning vertraagd is, is ons huis nog niet ingemeten en weten we dus niet waar ons huis precies komt te staan. Beredeneerde gok dus maar…
Nutsbedrijven zijn gewend dat bouwmeterkast en en watermeterputten door aannemers verzorgd worden. Had bij ons ook gekund, als de bouw al begonnen zou zijn. Maar dat is niet zo. Pionieren dus, om uit te zoeken hoe dit moet. En om aan alle betrokken bedrijven uit te leggen waarom wij het anders doen.
Van die tijdelijke kast en put moesten we nog leidingen trekken naar ons Tussenhuisje. Daarvoor kwam firma Beugel ons weer helpen. Met een iets groter-dan-verwachte graafmachine groeven ze op onze aanwijzing (wederom beredeneerde gok waar die precies moest komen) een sleuf van 1 meter diep (vorstvrij). Dochter W vond het wel een beetje spannend dat ze ook in de graafmachine mocht zitten!
De nutsbedrijven laten een schouw doen (checken of de put en kast goed aangelegd zijn), die een fluitje van een cent bleek. En het planningskantoor deed gelukkig niet moeilijk toen we vertelden dat de omgevingsvergunning nog in behandeling was. Dus 19 augustus was het eindelijk zo ver…
…dachten we…
…want de avond ervoor liepen we eens een rondje over ons kavel en zagen verdachte nieuwe bandensporen. Wat bleek? Terwijl wij niet thuis waren, hadden de techneuten van BAM infra onze elektra al aangesloten! Opgewonden zetten we voorzichtig alle schakelaars om en…ja! Het licht ging aan! Ineens konden we een kopje thee zetten met de waterkoker.
De dag erna kwamen de gezellige heren van BAM Infra terug om ook ons water aan te sluiten. Toen zij klaar waren nog een paar verloopstukjes opgehaald en de kranen opengezet. Geen lekken, het stroomt! Wat een feest, gewoon op je eigen WC en onder je eigen douche. Zo leer je de ongekende luxe van gezond, schoon, stromend water uit de kraan wel even extra waarderen.
Dat de lampen gewoon gingen branden was een pak van ons hart, want we hadden zelf veel van de elektra in het Tussenhuisje omgelust. De vorige bewoners hadden namelijk in hun oneindige wijsheid de stoppenkast in de badkamer geplaatst. Het enige wat we niet meteen aan de praat kregen, was de inductiekookplaat. Gelukkig kwam een bevriende elektriciën ons daar een avondje voor helpen.
Dochter W had trouwens een prima eerste schoolweek: bij een bijeenkomst waarbij de tiny house bewoners hun verhaal vertelden, waren nog meer kinderen heerlijk aan het spelen op een bult grond. Wat bleek? Één van hen komt straks met haar familie ook op Lievingerveld wonen, en zit bij W in de klas! Op de tweede schooldag (toen wij als ouders vanwege Corona niet meer mee het schoolplein op mochten) stond deze nieuwe hartsvriendin onze dochter op te wachten bij het hek. Hand in hand liepen ze naar binnen.
Komt wel goed met die aansluiting.